De meeste mensen zijn lijn denkers. De mensen die met hun linker hersenhelft denken, kenmerken zich door het denken in systemen en structuren. Ze denken van begin tot einde, door naar details te kijken en alles stap voor stap te doen. Het is een analyserende en logische stijl van denken.
Conceptuele denkers houden niet van routinetaken en herhaling.
Conceptueel denken is anders dan lijn denken. Vaak denken mensen namelijk dat iedereen op dezelfde manier denkt, maar dit is dus niet het geval. Conceptuele denkers zijn goed in het leggen van verbanden, het verzinnen van oplossingen en zijn erg creatief. Bij deze manier van denken, denken mensen vaak in beelden. Het voordeel hiervan is dat je informatie makkelijker kunt verwerken. Daardoor kan je makkelijker associaties maken en out of the box denken. Een nadeel is wel dat een beelddenker moeite heeft met dingen opschrijven of uitleggen omdat ze tijd nodig hebben de beelden om te zetten in woorden. Daarnaast is het lastig om een gestructureerd verhaal te vertellen. Vaak beginnen mensen die een dominante rechter hersenhelft hebben, met de conclusie of kern van hun verhaal wat tot verwarring kan zorgen. Of ze vertellen alle details en context maar verliezen juist daardoor de kern of de conclusie uit het oog.
Conceptuele denkers houden niet van routinetaken en herhaling. Hierdoor verliezen zij snel hun interesse en aandacht. Ook oefeningen en leerstof herhalen en herhalen bij studenten die met hun rechter hersenhelft denken, heeft dan ook niet heel veel nut.
Soms zie je ook dat leerlingen de woorden proberen te raden, omdat ze met hun klasgenoten op hetzelfde niveau willen mee komen, hierdoor maken ze veel fouten in het schrijven of lezen.
Het dyslectische brein bevat allemaal uit elkaar liggende neuronen. Hierdoor worden er grotere hersencircuits veroorzaakt. Als je leert lezen, leer je als een van de eerste dingen de letter-klankkoppeling; welke letter zie je en hoe wordt deze uitgesproken? Door dit te herhalen, maak je een soort snelweg in de hersenen. Dat aanleggen van die snelweg in de hersenen is het probleem bij studenten met dyslexie. Zij maken als het ware alleen maar zandweggetjes in hun hersenen. Voor dezelfde informatie hebben deze studenten meer tijd nodig om het in de hersenen te verwerken. Soms zie je ook dat leerlingen de woorden proberen te raden, omdat ze met hun klasgenoten op hetzelfde niveau willen mee komen, hierdoor maken ze veel fouten in het schrijven of lezen.
Voorheen werd gedacht dat dyslexie en dyscalculie iets met intelligentie te maken had. Dit blijkt niet zo te zijn. Ook een hoogbegaafde student kan dyslexie of dyscalculie hebben.
Iedereen heeft zijn eigen talenten en kwaliteiten. En eenieder heeft dan ook een dominante hersenhelft die deze talenten kunnen ondersteunen. Soms is het lastig om iemand die met een andere hersenhelft denkt, te begrijpen. Het maakt allemaal niks uit, je manier van denken is niet belangrijk, maar het begrijpen van de verschillende denkmanieren kan heel behulpzaam zijn in het begrijpen en ondersteunen van studenten. Door conceptuele denkers en lijndenkers samen te laten werken, kunnen zij elkaar aanvullen met hun eigen unieke talenten.